dinsdag 13 december 2016

Vreemde kostgangers


Breien. Mijn kleindochter van 11 leerde het een poosje geleden. En ze vond het leuk! Insteken, omslaan, doorhalen, af laten glijden. Ze breide leuke dingetjes.

Er was eens een breister die een grijze trui ging breien voor een forse meneer. Het werd een groot kleurloos ding, langdradig, zonder fantasie. Rechttoe rechtaan. Op een gegeven moment was ze er zat van. Zo, hij is groot genoeg. De rafelranden werden een beetje weggemoffeld en de trui was af.

 

Aan dit verhaaltje moest ik denken, toen ik het boek Vreemde kostgangers van Maarten Leegwater uit had. Het zal nog wel blijken waarom.

Leegwater (1933) beschrijft in dit boek de gang van zaken in een kosthuis. Vanuit het perspectief van de hoofdpersoon, een 27-jarige jongeman die in 1960 als journalist gaat werken in een slaperig provinciestadje. De naam van de hoofdpersoon wordt nergens genoemd, ook niet als hij door anderen wordt aangesproken. Dialogen staan er trouwens toch al niet veel in dit boek. Het gaat meestal over wat de hoofdpersoon beleeft, denkt en vindt.




Hoewel het boek 616 pagina’s telt, gebeurt er maar weinig. En zeker niet veel schokkends. Het verhaal kabbelt een beetje voort. Soms gaat het over het werk voor de krant. Plaatselijke activiteiten, een kermis, de sport, vergaderingen van de gemeenteraad. Het gaan en komen van collega’s. De hoofpersoon maakt promotie, maar van een ontwikkeling is niet veel te merken. Hij blijft onzeker, op meerdere fronten trouwens.

Het grootste deel van het boek gaat over de kostvrouw en de gasten in het kosthuis. De gesprekken aan tafel, de komst van een televisie, (nieuwe) bewoners, hun afkomst, werk, kleding en gewoontes. Met name de vrouwelijke huisgenoten (en enkele jongedames uit het stadje) krijgen de aandacht. De hoofdpersoon zet zijn eerste schreden op het pad van de liefde, aanvankelijk terughoudend, later vrijmoediger. Soms schaakt hij  zelfs ook meerdere borden tegelijk.

Het verhaal kabbelt een beetje voort. Veel spanning en kleur zit er niet in, of het moeten al de escapades zijn van de hoofdpersoon op vrijersvoeten. Het kostte mij moeite om geboeid te blijven. Maar je hoopt op een mooi einde. Helaas. Als het boek uit is, gaat het verhaal verder. Echt mooi afgerond is het niet. Je blijft met een paar vragen zitten.

Het boek zou, volgens een aanbeveling die ik las, veel herkenning oproepen voor mensen van 64 tot 75 jaar oud. En ja, de Beatles komen voorbij en de korte rokken. Ik val net buiten de genoemde leeftijdscategorie. Ik weet niet of het daaraan ligt, maar in mijn jeugd ging het er gelukkig toch behoorlijk wat levendiger aan toe!

Vreemde kostgangers verscheen in 2012 bij Uitgeverij Iris Berghem. Het boek telt 616 pagina’s.

O ja. Moet ik nog uitleggen waarom ik aan een breiwerkje moest denken?

zaterdag 5 november 2016

Leestip voor mantelzorgers: Ma


Eergisteren weer op bezoek geweest bij mijn moeder. Ze woont al 10 jaar in een verzorgingshuis. Afgelopen voorjaar is ze 90 geworden en het laatste jaar is ze behoorlijk dement geworden. Dat maakt onze bezoekjes aan haar anders. Een gesprek kun je eigenlijk niet meer voeren, het gaat over heel simpele dingen. We drinken gezellig koffie, met iets lekkers erbij, en sluiten ons bezoekje meestal af met een glaasje advocaat met slagroom. We knuffelen meer en zeggen vaker (dan vroeger) dat we van haar houden. Ouderwets gezellig, vind ze onze bezoekjes. Ze zou ons ook altijd nét bellen of we weer een keer komen, al weet ze al een hele tijd niet meer met de telefoon om te gaan. Het abonnement is zelfs opgezegd, net als dat van de krant. De tafel ligt altijd vol met oude fotoboeken. Daar herkent ze ons nog op, van degenen die op bezoek komen weet ze vaak de namen niet meer.

Waarom dit persoonlijke verhaal? Ik las vorige maand het boekje Ma van Hugo Borst over zijn moeder. De schrijver, ook bekend als voetbalcriticus en columnist, heeft sinds oktober 2014 in het AD Magazine kroniekjes geschreven over zijn moeder. Deze stukjes heeft hij nu bewerkt, aangevuld en gebundeld tot een mooi, handzaam en vlot lezend boekje. Korte hoofdstukjes, waarin van alles voorbijkomt. Moeder Borst woont in het begin nog thuis, maar lijdt aan dementie, waardoor verhuizing naar een verpleeghuis onvermijdelijk wordt. Heel herkenbaar en ontroerend wordt beschreven hoe moeder verandert, de zorg steeds zwaarder wordt en hoe het gaat als je moeder in een verpleeghuis verblijft. Allerlei herinneringen aan vroeger komen boven, plastisch worden ook heel dagelijkse dingen besproken, die vroeger te privé waren.

Ik heb dit boek echt met een lach en een traan en veel herkenning gelezen. Dat het boek voorziet in een behoefte blijkt wel uit de oplage: binnen twee maanden beleefde het boek zijn tweede druk. Het is echt een aanrader, om niet te zeggen verplichte kost, voor iedereen die met een dergelijke situatie te maken heeft. En dat worden er steeds meer, nu ouders / ouderen steeds langer thuis blijven wonen en er meer druk komt te liggen bij mantelzorgers.

 


Ma is uitgegeven bij Lebowski Publishers en telt 208 pagina’s. Het bevat naast tekst ook 16 prachtige foto’s.

woensdag 26 oktober 2016

Recensie: De veteraan

Een tijdje terug las ik de roman "De veteraan", geschreven door Johan Faber. Ik schreef daar destijds op een andere website een korte recensie over. Hier een iets uitgebreidere, maar nog steeds korte versie.






Titelinformatie:
Meindert Oosting (29) woont samen met zijn hond Wolf in een vervallen vakantiehuisje aan de rand van het dorp Neerlo. Hij is een Afghanistan-veteraan, ‘geen prater maar een vergeter’, een simpele ziel, nog maagd, fysiek en mentaal blijvend beschadigd door de oorlog die nog altijd in hem voortwoedt. Hoewel hij is onderscheiden als oorlogsheld, is het hem van hogerhand verboden hierover te praten. Als Mieke Nanninga (14) in zijn leven opduikt en geregeld met hem optrekt, verandert zijn leven, én dat van zijn vriend Menno, die ook door zijn verblijf in Afghanistan blijvend ‘verminkt’ is. Op een dag wordt Neerlo opgeschrikt door Miekes plotselinge verdwijning. Alle sporen wijzen in de richting van Meindert, zeker als die op een dag ook spoorloos is verdwenen!


Mijn bevindingen:
Intrigerend verhaal over een oorlogsveteraan die na zijn missie terugkeert in zijn geboortedorp. Daar gebeuren heftige dingen, die hij op zijn eigen manier beleeft en herinnert. De oorlog blijft in zijn hoofd, het is lastig om verleden en heden uit elkaar te houden. Ondanks dat veel verhaallijnen door elkaar lopen, blijft het allemaal goed te volgen. De auteur verdient een compliment voor de manier waarop hij het allemaal beschrijft. Het boek blijft boeien tot op de laatste bladzijde. En zelfs als je het uit hebt.


"De veteraan" is in april 2014 verschenen bij Nijgh & van Ditmar. Het boek telt 256 pagina's en won in 2015 de Dioraphte Literatour Prijs.

maandag 3 oktober 2016

Recensie: Het psalmenoproer

Oktober is de maand van de geschiedenis. Ik las een fraaie historische roman. Over gebeurtenissen in Maassluis in de tweede helft van de 18e eeuw. Een gereformeerd vissersdorp waarin nieuwe ontwikkelingen met argwaan worden bekeken. Het leidt tot veel turbulentie.







"Het psalmenoproer" is de eerste historische roman van Maarten 't Hart. In 2006 uitgegeven bij De Arbeiderspers. Het boek telt 288 pagina's.


Hoofdpersoon is Roemer Stroombreker. Zijn moeder, weduwe van een reder met twee vissersschepen, heeft haar man op zijn sterfbed beloofd dat hun zoon zal trouwen met Diderica Croockewerff. Een strategisch huwelijk, want de familie Croockewerff bezit twee vrijwel nieuwe schepen. Het huwelijk wordt een groot drama. Roemer zou veel liever getrouwd zijn met Anna Kortsweyl, een eenvoudige nettenboetster uit een armoedige achterafbuurt.
Roemer wordt een invloedrijk figuur in zijn woonplaats. Eerst schepen en tenslotte zelfs één van de vijf burgemeesters. Bij belangrijke besluiten in stadsbestuur (en kerk) telt zijn mening. Als reder krijgt hij te maken met het wel en wee van de beug- en haringvisserij, de belangrijkste inkomstenbron  voor bijna alle inwoners van Maassluis. Vanwege zijn kennis van cijfers en talen maakt hij in 1811 zelfs deel uit van een afvaardiging die in Amsterdam op audiëntie gaat bij Napoleon om te pleiten voor gunstige regelingen voor de door de oorlog met Engeland stilgelegde visserij.


Zoals de titel van het boek al doet vermoeden, ontstaat er veel beroering over de invoering van een nieuwe psalmberijming en een nieuwe zangwijze. Veranderingen in de kerk gaan nooit zonder slag of stoot, maar dit oproer gaat wel erg ver. Schout en schepenen hebben hun handen vol aan verpauperde lieden, die graag het vuurtje opstoken. Zonder dat ze weten waar het precies om gaat. Als de zoon van Anna op zondag bij Roemer in de redersbank aanschuift, om de nieuwe zangtrant te verhinderen, doet hij zelf zijn mond niet open. Maar diezelfde jongeman staat wel klaar om er met een bijl op in te hakken als iemand voorstander van de veranderingen blijkt te zijn.
Roemer zelf manoeuvreert zich in een lastig parket, doordat hij meer sympathie heeft voor sommige mensen (Anna en haar opstandige zoon), dan voor de zaak van de zangwijzen.
De schout en schepenen kunnen deze kwestie niet tot een goed einde brengen en roepen uiteindelijk de hulp in van de baljuw uit Delft.


......


Maarten 't Hart heeft met "Het Psalmenoproer" een fraaie historische roman geschreven. Zelf noemt hij het in zijn verantwoording een documentaire roman. Blijkens de vele geraadpleegde bronnen is dit boek het resultaat van veel spitwerk. Veel van de beschreven gebeurtenissen hebben werkelijk plaatsgevonden. Er wordt (zonder dat je dat als lezer merkt) geciteerd uit historische documenten. Dat maakt mijn respect voor de auteur alleen maar groter. Ook de manier waarop de karakters beschreven worden is boeiend.
De taal van die tijd was, zeker in de documenten, nogal formeel en plechtstatig. De auteur heeft dat zo laten staan. En ook de rest van het verhaal heeft dezelfde taaltrant. Dat maakt het lezen tot een feest, zeker als ook b.v. de huwelijksproblemen van de hoofdpersoon zo plechtstatig beschreven worden. Ik heb het boek dan ook met veel plezier gelezen. En wens het nog vele lezers toe!

donderdag 22 september 2016

Geld & goed: over moreel betrokken beleggen

Heel iets anders misschien dan gebruikelijk in een boekenblog. Een boek over de gevolgen van de financiële crisis. Wat hebben wij ervan geleerd? Is de mens een homo economicus voor wie winst het hoogste goed is? Of zijn er nog andere waarden die we zouden moeten nastreven? En zijn er voorbeelden te vinden van hoe banken daarop inspelen?






Ik las het boek Geld & goed, geschreven door journalist en theoloog Arjan Broers en telt 150 pagina's. Uitgegeven door Skandalon in 2013. Met de veelzeggende ondertitel: Lessen voor welwillende kapitalisten.


Het boek begint met een beschrijving van de verschillende crises, die elkaar vanaf 2007 opvolgden: beginnend met de kredietcrisis op de Amerikaanse woningmarkt, gevolgd door de financiële crisis (banken die omvielen), de eurocrisis, de economische crisis. Teneur in al deze crises is steeds: grote en steeds groter wordende (financiële) instellingen richten zich op winsten op de korte termijn, ook al gaat dit ten koste van klanten, werkgelegenheid, het milieu, enzovoort. Risico's worden afgewenteld op anderen, allesbepalend is de financiële winst. Aandeelhouders moeten aan hun trekken komen en winst bepaalt het succes van de onderneming.


In het tweede deel van het boek analyseert de auteur de crisis. Hij gaat te rade bij diverse denkers. Zo citeert hij 'denker des vaderlands' Hans Achterhuis, die van mening is dat het in het leven niet allereerst moet gaan om financiële winst, maar om het bredere perspectief van 'het goede leven'. In dat verband citeert hij de vier kardinale deugden die Aristoteles onderscheidde: praktische wijsheid, moed, zelfbeheersing en rechtvaardigheid.
Is de mens een homo economicus of calculerende burger? Die zijn keuzes maakt op grond van zijn behoeften en belangen? Reageert de mens alleen op financiële prikkels in de vrije markt? Of zijn er ook andere motieven?
De schrijver gaat daarover in gesprek met twee economen (Esther-Mirjam Sent en Herman Wijffels), een ethicus (Edgar Karssing), een filosoof (Harry Kunneman) en een theoloog (Erik Borgmann). Vanuit hun vakgebied laten zij hun licht schijnen over de (gevolgen van de) crises en hoe daarop gereageerd wordt. Interessante gedachtewisselingen! Het is verleidelijk om veel daaruit te citeren.
De ethicus signaleert naast de genoemde crises ook een ideologische en morele crisis, waarbij de mens alleen uit is op eigenbelang (b.v. bonussen). De filosoof merkt op dat ieder mens (ook de dikke-ik) ook moreel kapitaal nodig heeft: voldoening in samenwerking, ontwikkeling, van betekenis zijn voor anderen.


"Het bijzondere van moreel kapitaal is dat het groeit door het weg te geven. Je schenkt vertrouwen, aandacht, inspiratie, enthousiasme - en dat groeit als het betekenis heeft voor een ander. Dat bindt mensen."


Ben je een dief van je eigen portemonnee als je tegen het economische wereldbeeld in gaat? De theoloog stelt deze vraag. Als je bijvoorbeeld kiest om in deeltijd te werken of vrijwilligerswerk gaat doen, hanteer je andere waarden. Je wilt ergens bij horen, je geeft mantelzorg omdat je van iemand houdt, je koopt producten die het milieu niet belasten, je kiest werk waar je plezier aan beleeft. Geld lijkt concreet, maar is het niet.


"Je kunt wel uitrekenen wat iets kost, maar niet wat het betekent."



Na deze boeiende analyse stelt de schrijver in het derde deel van zijn boek Oikocredit centraal, als alternatief voor de heersende cultuur. Een organisatie, die om geld draait maar waar winst niet centraal staat. Een financiële instelling ten gunste van de armen. Ontstaan in 1999, nadat al een kwart eeuw eerder de Wereldraad van Kerken op zoek was gegaan naar een manier waarop kerken hun geld verantwoord konden beleggen. Oikocredit is een professionele organisatie (kantoor in Amersfoort) die zich toelegt op financiering van projecten in ontwikkelingslanden door het verstrekken van microkredieten. Kleine leningen aan beginnende ondernemers, die daarmee aan hun toekomst kunnen bouwen. Het kapitaal komt van de aandeelhouders (kerken). Anderen, ook particulieren, kunnen participeren in steunstichtingen. Het rendement voor mensen die geld steken in Oikocredit was de laatste tien jaar telkens 1,55%, maar belangrijker is het sociaal rendement: ondernemende mensen een kans geven. Dat geeft voldoening aan welwillende kapitalisten (ondertitel).

De auteur gaat achtereenvolgens in gesprek met een aandeelhouder en een aantal directieleden. Dat levert een mooi verhaal op over de geschiedenis, de filosofie en de werkwijze van Oikocredit. De aandeelhouder geeft aan dat het belang van de klant voorop staat en dan pas het belang van de bank. Waarbij natuurlijk wel van belang is dat de continuïteit gewaarborgd blijft. Maar er komen andere waarden en normen om de hoek kijken dan bij de commerciële banken. De mens is meer dan een calculerende burger.
Een oud-directeur verklaart het succes van de werkwijze van Oikocredit: goede regiomanagers die de lokale situatie kennen, intensieve relaties aangaan met de klanten, die een goed verhaal moeten hebben. Hij typeert ook de beleggers in Oikocredit: mensen die niet uit zijn op maximaal rendement (dat zijn rijken vaak wel!), maar mensen die het best goed hebben en wat kunnen sparen.
Een directielid (voorheen regiomanager) signaleert dat de beleggers in Oikocredit genoegen nemen met een bescheiden rendement, omdat ze overtuigd zijn van 'andere winst' die gemaakt wordt.
Door al deze gesprekken krijgt de lezer een goed beeld van deze organisatie. Wat mijzelf betreft ook sympathie en bewondering.
Er is meer dan economie, geld kan ook worden ingezet om anderen te helpen. Daarbij kunnen eigen waarden een meer dan bijkomstige rol spelen.

In een slothoofdstuk trekt de auteur conclusies. Hij vergelijkt de werkwijze van buitenbeentjes als Oikocredit (en enkele anderen zoals Triodos bank) met andere financiële instellingen. Niet louter gericht op winstmaximalisatie, maar goede dienstverlening met oog voor de economische zelfstandigheid en het welzijn van klanten. Uiteraard is winst daarbij wel belangrijk met het oog op continuïteit.
De schrijver komt met zes definities van begrippen die van belang zijn om op deze manier te kunnen werken. Ik noem ze kort:
1. Risico: vertrouwen is ook een onderpand;
2. Relaties: partnerschap is bestendiger dan een klantrelatie;
3. Waarde voor aandeelhouders en beleggers: meer moreel dan financieel betrokken;
4. Groei: ook andere indicatoren van belang, b.v. bruto nationaal geluk (zoals in Bhutan);
5. Ideaal en praktijk: een verstandshuwelijk (en dat moet ook);
6. Rijkdom: een rijk mens is dankbaar voor wat hij krijgt en dat niet ten koste van een ander.

Het boek begint en eindigt met de geschiedenis van het gouden kalf, ook afgebeeld op de omslag. In de woestijn maakte het volk Israël een gouden kalf, als afbeelding van God, die hen uit Egypte had bevrijd. De vraag daarbij is: vereren we een ding of laten we ons leven beheersen door waarden die ons geluk brengen? Draait ons leven om een gouden kalf (geld) en is dat het grote doel in ons leven? Of kiezen we voor een rijkdom, die ook anderen rijk maakt en verder helpt?  De vraag stellen is haar beantwoorden, wat mij betreft.

vrijdag 2 september 2016

Recensie: Het puttertje

Verleden jaar rond deze tijd las ik "Het puttertje", van de Amerikaanse auteur Donna Tartt (1963), dat in 2015 is uitgegeven door De Bezige Bij in een vertaling van Sjaak de Jong, Paul van der Lecq en Arjaan van Nimwegen.


Het puttertje

Terwijl hij ernstig ziek in een Amsterdams hotel verblijft, denkt de hoofdpersoon Theo Decker (27) terug aan een gebeurtenis van veertien jaar geleden. Hij is met zijn moeder, kunsthistorica, in een museum in New York voor de expositie Noordelijke meesterwerken uit de Gouden eeuw Zijn moeder wijst hem op haar favoriete schilderij, Het puttertje van Carel Fabritius. Ze zijn net voorbij het schilderij als er een aanslag plaatsvindt. Theo raakt gewond, zijn moeder overleeft de aanslag niet. Als hij daar ligt, vraagt een zwaargewonde persoon hem Het puttertje in zijn tas te doen, om zo te voorkomen dat het schilderij beschadigd raakt.
Theo wordt opgenomen in het gezin van rijke ouders van een klasgenoot, totdat zijn vader hem opdraagt bij hem en zijn vriendin in Las Vegas te komen wonen. Daar komt hij in contact met verkeerde vrienden, die hem blijven volgen, ook als hij het huis van zijn vader verlaat. En telkens blijft hij het schilderij met zich meeslepen. Dat leidt tot allerlei bizarre situaties.

Het boek begint met vaart en verve. Ik kon bijna niet meer stoppen met lezen. Zo meeslepend is het verhaal. Maar na ongeveer 200 bladzijden zakt het verhaal in, voor mijn gevoel. Je moet jezelf door langdradige en nauwelijks aansprekende gedeelten heen slepen. Maar uit sympathie voor de hoofdpersoon, en omdat ik wilde weten hoe het met het schilderij afloopt, bleef ik lezen.
Waarom moet een boek 927 pagina's tellen? Is het nodig zo uitvoerig allerlei gedachten en gebeurtenissen te beschrijven? Uiteindelijk geeft de hoofdpersoon zijn visie op het leven en de rol van het toeval daarin. Vanuit het verhaal te begrijpen, maar bepaald niet mijn overtuiging.
Het zegt, denk ik, iets over de kwaliteiten van de auteur dat ik tot het einde ben blijven doorlezen. Ze weet op een bepaalde manier te boeien. Maar of ik snel nog een boek van haar zal lezen? Voorlopig maar even niet!



maandag 22 augustus 2016

Recensie: Ezra, leid mijn volk

In de serie "De wederopbouw van Jeruzalem", geschreven door Lynn Austin, is dit deel 2. Over het eerste boek in deze serie, "Zacharia, keer terug", schreef ik op 1 augustus een recensie. In deze serie vertelt de auteur de verhalen, zoals die in de Bijbel zijn opgetekend. Zij heeft de Bijbelteksten uitvoerig bestudeerd. Natuurlijk is de roman geen letterlijke Bijbeltekst, er zijn romanfiguren bedacht om het verhaal levendiger te maken. Maar het is mij opgevallen dat het verhaal in deze roman nergens in strijd komt met wat in de Bijbel beschreven staat. Het boek leest als een spannende roman, ook voor wie niet zo vertrouwd met de Bijbel is. Niet menselijks is het oude volk Israël vreemd.


Het eerste deel van deze serie beschreef de terugkeer van een deel van het volk Israël uit Babel, waarheen het volk jaren eerder in ballingschap was weggevoerd. Deze mensen waren (in het jaar 539 vóór Christus) met goedkeuring van en onder bescherming van de koning naar Jeruzalem teruggekeerd om de tempel te herbouwen en God weer te gaan vereren in zijn tempel.


Het verhaal in het nu besproken boek begint in 475 vóór Christus, dus ruim 60 jaar later. Het volk Israël is in groot gevaar. De koning van Perzië heeft een bevel uitgevaardigd dat alle Israëlieten op een vastgestelde datum moeten worden omgebracht. Dat brengt veel onrust teweeg, zowel bij de al teruggekeerden, als bij degenen die nog in Babel wonen. Hoe kan dit onheil worden afgewend? God had toch beloofd dat hij een eeuwig verbond met het volk had? Zou Zijn macht nu tekortschieten?
Gelukkig komt er van ongedachte kant redding. Het volk mag zich verweren. Er volgt een zwarte dag voor beide partijen, op de dertiende van de maand Adar. Vanaf die gebeurtenis wordt elk jaar op de veertiende en vijftiende van de maand het Poerimfeest gevierd, ter herinnering aan wat er gebeurd is en om God te danken voor zijn redding.



Ezra, leid mijn volk - Lynn Austin


Het boek beschrijft niet alleen de geschiedenis in het algemeen. Nee, het volgt enkele personen uit beide kampen, zowel in Babel als in Jeruzalem. Dat maakt het verhaal boeiend en levendig. We krijgen te maken met mensen van vlees en bloed. Die keuzes moeten maken. Blijven we wrok koesteren tegen onze vijanden? Volgen we Gods wil, ook als ons dat moeite kost? Heel concreet: moet een vrouw die haar man verliest met haar (onsympathieke) zwager trouwen? Moet een jong stel zich van elkaar losmaken omdat zij niet uit het volk afkomstig is? Op de achtergrond speelt de vraag: hoe verhoudt zich Gods voorschrift met zijn liefde?

Het voorgaande klinkt waarschijnlijk erg theologisch en zwaar, maar in het boek wordt het heel mooi uitgewerkt in de praktijk. Hoofdfiguur in de roman is Ezra, een wetgeleerde in Babel. Hij wordt door de koning van Perzië naar Jeruzalem gestuurd om daar de mensen te leren naar Gods regels te leven. Een zware taak, waaronder hij bijna bezwijkt. Maar uiteindelijk komt er toch verrassend licht.

De roman beschrijft op een boeiende manier een stukje uit de geschiedenis van Israël. Een aangrijpende episode, met indringende verhalen. Het gaat in zekere zin ook over jezelf als lezer. Waar zoek je je zekerheid? Hoe houd je hoop, ook als de situatie uitzichtloos lijkt? Een mooi boek!

"Ezra leid mijn volk" door Lynn Austin, in 2014 uitgegeven door Voorhoeve.
(Er is ook nog een deel drie: "Nehemia, bouw mij op.")



woensdag 17 augustus 2016

Recensie: De ijsmakers


De zomer loopt al weer bijna op zijn eind. Hoogste tijd om dit boek te gaan lezen. Een aanrader!





Ernest van der Kwast schreef een leuk boek over de geschiedenis van de Italiaanse familie Talamini, waar al generaties lang ijs wordt gemaakt en verkocht. Je krijgt een kijkje achter de schermen en daardoor respect voor de mensen die elke zomer weer van dat heerlijke ijs verkopen. Ze moeten zich veel ontzeggen, elke zomer weer, als wij lekker aan ons ijsje likken.

Het is ook het verhaal van twee broers, van wie de een zich losmaakt van het ijs en zich stort in de wereld van dichters. Het lijkt flierefluiten in de ogen van de harde werkers. En dat wordt niet altijd in dank afgenomen. Toch hebben de broers elkaar op een heel bijzondere manier nodig.

Het boek is met humor en vaart geschreven, soms zelfs ontroerend. Soms zijn de passages over gedichten en festivals wat opsommerig, maar dat wordt dan weer goedgemaakt door leuke anekdotes.
Al met al een boek dat ik zeker ter lezing kan aanbevelen. Liefst in de zon, met een ijsje.

De ijsmakers is uitgegeven door De Bezige Bij en telt 304 pagina's.

maandag 1 augustus 2016

Recensie: Zacharia, keer terug.


Lynn Austin heeft meerdere boeken geschreven over Bijbelse personen. Het door mij gelezen boek “Zacharia, keer terug” (2013) is het eerste in een reeks van drie over de periode aan het einde van de Babylonische ballingschap.

De profeet Iddo woont, net als veel van zijn volksgenoten, met zijn familie in Babel. In het jaar 539 voor Christus geeft koning Cyrus verlof om naar Jeruzalem terug te keren en de tempel weer op te bouwen. Velen aarzelen, ze zijn inmiddels aardig gesetteld in Babel. Ook zoon Berechja besluit te blijven, maar kleinzoon Zacharia twijfelt. Hij ziet hoe zijn vader het goed heeft in Babel, maar ook het geloof van zijn grootvader Zacharia intrigeert hem. Uiteindelijk gaat hij mee naar Jeruzalem.

Terug in Jeruzalem moeten de Israëlieten veel ontberingen doorstaan. Alles moet van de grond af weer worden opgebouwd en wat gaat dan voor: je eigen huis of de tempel? Als er dan ook nog nieuwe tegenwerking vanuit Babel komt, wordt het geloof behoorlijk op de proef gesteld.

“Zacharia, keer terug” is een bijzonder goed geschreven boek. Je maakt kennis met het leven en de gebruiken van het oude Joodse volk. Als je de Bijbelverhalen kent is er veel herkenning. Maar ook fronste ik regelmatig mijn wenkbrauwen: is het echt zó gegaan? Ik heb geen tegenstrijdigheden kunnen ontdekken. Door de andere invalshoek en verhaallijnen komt het bekende verhaal op een boeiende en verrassende manier tot je.

Inmiddels ligt het volgende deel “Ezra, leid Mijn volk” op mijn leestafel. Ik verheug mij op nieuw leesplezier.

zaterdag 16 juli 2016

Recensie: Papegaai vloog over de IJssel

Kader Abdola schreef een boeiende roman over veranderingen die zich de afgelopen decennia in Nederland voltrokken. Dorpsgemeenschappen die eeuwenlang gesloten bleven worden geconfronteerd met vreemdelingen, nieuwkomers. Wat doet dat met hen? En hoe ervaren de nieuwkomers hun nieuwe woonomgeving? Na het veelgeprezen boek van Rodaan Al Galidi (Hoe ik talent voor het leven kreeg) nu een boek wat een paar stappen verder gaat. De vreemdelingen komen vanuit het AZC in de bestaande maatschappij terecht.

Je moet pas met dit boek beginnen als je even royaal de tijd hebt. Het boek pakt je vanaf de eerste pagina. En hoewel het korte hoofdstukjes zijn, wil je toch steeds verder lezen. Ik vond het moeilijk om het boek weg te leggen.

In enkele dorpjes tussen Zwolle en Kampen strijken de eerste asielzoekers neer. Het is een volslagen nieuwe ervaring voor de bewoners. En ook voor de asielzoekers is het erg wennen. Maar bij iedereen is een positieve intentie en dus pakt het goed uit. We maken kennis met verschillende personen, elk met hun eigen verhaal en trauma's. Mooi om te zien hoe iedereen zijn best doet om de integratie goed te laten verlopen.
Pas in de loop van de tijd en door externe gebeurtenissen (9/11, Fortuijn, Van Gogh) komt er de klad in. Maar ook dan blijven er genoeg positieve mensen over.


Al met al een mooi verhaal, soms humoristisch, dan weer ontroerend en schrijnend. Het zal voor mensen die in de regio wonen ook veel herkenningspunten opleveren. De veerpont bijvoorbeeld. Bepaalde scenes en verhaallijnen hadden voor mij niet gehoeven, maar ik heb het, zoals gezegd, met buitengewoon veel plezier gelezen.

Papegaai vloog over de IJssel is in 2014 verschenen bij Promotheus Amsterdam.

vrijdag 8 juli 2016

Leestip: De celliste van Portofino

Ik las tijdens mijn vakantie het boek De celliste van Portofino, geschreven door Alyson Richman. Een boeiend boek over het verzet in Noord Italië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoewel ik mij voorgenomen had voorlopig geen boeken over deze periode te lezen, maar ik heb absoluut geen spijt dat ik dit boek ter hand genomen heb. Over de inhoud zal ik niet te veel prijsgeven, ik wil jullie aanmoedigen het boek ook zelf te gaan lezen.

Elodie, een begaafde celliste uit Verona, raakt via een medestudente en een boekhandelaar betrokken bij het verzet tegen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog. Via de muziek die ze uitvoert geeft ze codes door aan de leiders van het verzet. Als het te gevaarlijk wordt, vlucht ze naar Portofino, waar ze wordt gered  door een arts met zijn eigen levensverhaal. Dan begint een nieuwe periode in haar leven. Met verdriet en pijn, maar uiteindelijk ook geluk en geborgenheid.

Ik las het tijdens een vakantie in Noord Italië. Maar ook in Nederland is het een mooi boek om te lezen.

dinsdag 5 juli 2016

Recensie: Hoe ik talent voor het leven kreeg

Onlangs las ik het boek van Rodaan Al Galidi. "Hoe ik talent voor het leven kreeg".

Dit is een heel bijzonder boek. De schrijver putte uit eigen ervaringen als asielzoeker.
Het verhaal gaat over Semmier Kariem. Na zijn vlucht uit Irak komt hij in Nederland aan, waar hij bijna negen jaar in een Asielzoekerscentrum verblijft. Van alles wat hij daar mee maakt, vertelt hij (in de ik-vorm) in dit boek. Ook zijn vluchtverhaal komt aan bod. En uiteraard het leven in het AZC, met 500 anderen. Omdat Kariem vaak als tolk wordt ingeschakeld, lezen we ook de wederwaardigheden van een behoorlijk aantal andere asielzoekers. Het is vaak schrijnend om te lezen hoe Kariem het verblijf in het AZC ervaart. De behandeling door de ambtenaren, bureaucratisch en soms erg vernederend. De goeden niet te na gesproken, natuurlijk.


Het boek is met vaart en humor geschreven. Dat maakt het toch tot een prettig leesbaar verhaal. De schrijver is ook zeer taalvaardig, ondanks dat hij de Nederlandse taal nog niet zo lang beheerst.
Twee mooie voorbeelden, van pag. 150 en 151.
Over het reizen zonder paspoort of met een vervalst exemplaar: "De worm en de vogel bewegen zich beide probleemloos voort op de aarde, maar de mens zonder paspoort ...."
Direct daarna onderbreekt de verteller de beschrijving van zijn vluchtverhaal voor enkele ogenblikken. Het moet wel draaglijk blijven voor de lezer. "Zure medicijnen moeten als druppeltjes geslikt worden." Meesterlijk!

Ik kan iedereen dit boek van harte aanbevelen.